Deeltijders willen vooral in deeltijd blijven werken. Dat is kort gezegd de conclusie die ik uit een recent onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau haal.[1] Bevindingen die aansluiten bij een trend die al langer aan de gang is. Zo vertellen de cijfers van het CBS dat het aandeel deeltijders dat meer uren wil gaan werken sinds 2015 is afgenomen. Van 1 op de 5 naar 1 op de 8. Maar er is meer aan de hand zo lijkt het. Andere cijfers van het CBS lijken tegelijkertijd erop te wijzen dat de parttimer als groep misschien wel op zijn retour is. Al drie kwartalen op een rij wordt er een lager aandeel deeltijders gezien dan een jaar geleden. In een economisch daglicht gezet, zou er dan sprake van een recessie zijn. Goed, enige nuancering is op zijn plaats. Zo is het aantal parttimers over dezelfde periode met 100.000 toegenomen. Maar omdat dit er voor de fulltimers 175.000 zijn, is er relatief sprake van krimp. Dus toch een bedreigde groep?
Meer in deeltijd
Een pleidooi voor in deeltijd werken lijkt precies het tegenovergestelde van wat Nederland nu nodig heeft. In het licht van de krapte die op de arbeidsmarkt wordt gevoeld. Waarbij het UWV heeft geschat dat die inmiddels voor driekwart van de beroepsgroepen geldt.[2] Terwijl tegelijkertijd in vergelijking met andere Europese landen nog altijd geldt dat Nederland de meeste deeltijders kent. Zo’n 70% van de werkende vrouwen en 28% van de werkende mannen zijn deeltijders. Maar het stimuleren van deeltijdwerken is iets minder vreemd als je bedenkt dat voor bepaalde groepen werknemers geldt dat zij niet in deeltijd kúnnen werken. Op grond van vacatures blijkt bijvoorbeeld dat slechts een klein deel van de functies in de ICT en farmaceutische industrie voor parttime worden opengesteld. Ofwel omdat de organisatie van het werk deeltijd lastig maakt. Zoals bij collectieve systemen als ploegendiensten.
Maar het werken in deeltijd kan juist in de omgeving van afwijkende werktijden een belangrijke rol spelen om slijtage van het lichaam tegen te gaan. Waardoor deze groep langer vitaal kan blijven. Een recente studie onder Amerikaanse verpleegkundigen laat zien dat de kansen om gezond oud te worden door het werken in nachtdiensten na zo’n 10 jaar met 20% slechter zijn geworden dan hun collega’s in dagdienst. Een tekort aan slaap, sociaal verstorende factoren en een hoger risico op overgewicht zijn redenen waarom hun gezondheid terugloopt.[3] Het is daarom ook te begrijpen dat in Finland wordt gepleit om werknemers van 50 jaar en ouder de mogelijkheid te geven het aantal nachtdiensten en lange werkdagen en werkweken te verminderen.[4] Minder belasting en meer ruimte voor herstel zijn logische tegenmaatregelen om de fysieke belasting van het werken in ploegendiensten te verminderen. Overigens perfect passend in een bredere trend in werkend Nederland. Waarbij de gemiddelde werktijd vanaf 50 jaar eerst nog langzaam maar vanaf 60 jaar versneld afneemt. Onder mannen van 40 naar 30 uur gemiddeld per week. En onder vrouwen van 24 naar 19 uur gemiddeld per week.[5]
Deeltijd in ploegendienst
In ploegendiensten is het echter nog niet zo eenvoudig om deeltijdwerken mogelijk te maken. In deze collectieve roosters is fulltime de norm. In tegenstelling tot ziekenhuizen en supermarkten waar parttimers de dienst uitmaken. Maar tegelijkertijd ook niet vergeten moet worden dat er grote verschillen tussen mensen bestaan. Rekening houdend met het chronotype (ochtend- of avondmens) in het vormgeven van het rooster tot een betere slaap, minder verstoring van het bioritme leidt. En daarmee per saldo tot een betere gezondheid.[6] Het is daarom van belang om eerst in beeld te krijgen waar de werknemer zelf nu baat bij heeft. Om vervolgens na te gaan of wellicht door het anders organiseren van werk de mogelijkheden voor deeltijdwerken kunnen worden verbeterd. Denk aan het herinrichten van ploegen of het verbreden van competenties bij werknemers, Vaak wordt daarbij vergeten dat het werken in deeltijd tot een herbezetting kan leiden. Het kan namelijk zo maar zijn dat de bestaande reservecapaciteit niet voldoende is om alle afwezigheid op te vangen. Is dat het geval dan dient zich ook de interessante vraag aan of er op deeltijders of voltijders wordt geworven.
De ESCAPE-knop
De vraag is of deeltijd de enige oplossing is om de vitaliteit van werknemers te beschermen. De werknemer die moeite heeft om zijn pensioen te halen had allicht in een eerder stadium moeten worden geholpen. Het tijdig stoppen met het werken in ploegendiensten helpt voorkomen dat slaapproblemen verergeren. Onderzoek heeft aangetoond dat de slaapproblemen bij diegenen die uit de ploegendienst stappen gelijk blijven. Terwijl die bij diegenen die in de ploegendienst bleven zitten gemiddeld verder toenamen.[7] Maar ook het toepassen van ergonomische regels op het rooster leidt tot een betere gezondheidskundige uitkomst. Door in de vormgeving van het rooster rekening te houden met de fysieke belasting. Door te lange werkweken en teveel zware diensten achter elkaar te vermijden. Door na de nachtdiensten voldoende vrije tijd in te roosteren zodat de biologische klok kan omschakelen naar het normale dag-nachtritme. Deze maatregelen leiden tot een betere slaap en daarmee tot vitalere medewerkers.[8]
Er is daarbij een groep ploegendienstwerknemers die volgens de definitie van het CBS tot de groep van deeltijders wordt gerekend. Maar die formeel fulltimers zijn. Het gaat om werknemers die minder dan 35 uur in worden geroosterd, maar een voltijdaanstelling hebben. Het bekendste voorbeeld hiervan is de 5-ploegendienst volcontinu. Zij worden gemiddeld zo’n 34 uur per week ingeroosterd. De lagere werkweek in combinatie met een inzet over 7 dagen per week zorgt ervoor dat met alle ergonomische regels rekening kan worden gehouden. Deze tijdcompensatie is het voorbije jaar ook onder een groep schoonmakers gebruikt die permanent in nachtdiensten werkt. Het gericht inroosteren van meer vrije tijd zorgde er bij deze groep voor dat hun slaap verbeterde. Terwijl men zich veel minder vermoeid in hun vrije tijd voelde.[9] Zo hoeft er niet één voltijdnorm te zijn die voor elke werknemer geldt. Maar kan deze worden afgestemd op de fysieke belastbaarheid. Om mensen meer naar hun unieke vermogen in te zetten. En daarmee hun vitaliteit en betrokkenheid bij het werk te behouden.
Peter Hagesteijn
[1] SCP, Eens deeltijd altijd deeltijd, Den Haag september 2022.
[2] NOS, Alle beroepsgroepen kampen nu met personeelstekort, 22 september 2022.
[3] Hongying Shi e.a., Rotating Night Shift Work and Healthy Aging After 24 Years of Follow-up in the Nurses' Health Study, Boston 2022.
[4] Finnish Institute of Occupational Health, People Over 50 Years of Age Should Be Offered the Opportunity to Reduce Night Shifts and Long Hours, 2022.
[5] CBS, Emancipatiemonitor 2022.
[6] Céline Vetter e.a., Aligning Work and Circadian Time in Shift Workers Improves Sleep and Reduces Circadian Disruption, 2015.
[7] Philip Tucker e.a., The Effects of Age and Shiftwork on Perceived Sleep Problems, 2011.
[8] Kati Karhula e.a., Ageing shift workers’ sleep and working-hour characteristics after implementing ergonomic shift-scheduling rules, Helsinki 2020.
[9] ShiftPlan met bijdragen van FNV en NZi, Handboek Nachtarbeid RAS, 2022
Meer in deeltijd
Een pleidooi voor in deeltijd werken lijkt precies het tegenovergestelde van wat Nederland nu nodig heeft. In het licht van de krapte die op de arbeidsmarkt wordt gevoeld. Waarbij het UWV heeft geschat dat die inmiddels voor driekwart van de beroepsgroepen geldt.[2] Terwijl tegelijkertijd in vergelijking met andere Europese landen nog altijd geldt dat Nederland de meeste deeltijders kent. Zo’n 70% van de werkende vrouwen en 28% van de werkende mannen zijn deeltijders. Maar het stimuleren van deeltijdwerken is iets minder vreemd als je bedenkt dat voor bepaalde groepen werknemers geldt dat zij niet in deeltijd kúnnen werken. Op grond van vacatures blijkt bijvoorbeeld dat slechts een klein deel van de functies in de ICT en farmaceutische industrie voor parttime worden opengesteld. Ofwel omdat de organisatie van het werk deeltijd lastig maakt. Zoals bij collectieve systemen als ploegendiensten.
Maar het werken in deeltijd kan juist in de omgeving van afwijkende werktijden een belangrijke rol spelen om slijtage van het lichaam tegen te gaan. Waardoor deze groep langer vitaal kan blijven. Een recente studie onder Amerikaanse verpleegkundigen laat zien dat de kansen om gezond oud te worden door het werken in nachtdiensten na zo’n 10 jaar met 20% slechter zijn geworden dan hun collega’s in dagdienst. Een tekort aan slaap, sociaal verstorende factoren en een hoger risico op overgewicht zijn redenen waarom hun gezondheid terugloopt.[3] Het is daarom ook te begrijpen dat in Finland wordt gepleit om werknemers van 50 jaar en ouder de mogelijkheid te geven het aantal nachtdiensten en lange werkdagen en werkweken te verminderen.[4] Minder belasting en meer ruimte voor herstel zijn logische tegenmaatregelen om de fysieke belasting van het werken in ploegendiensten te verminderen. Overigens perfect passend in een bredere trend in werkend Nederland. Waarbij de gemiddelde werktijd vanaf 50 jaar eerst nog langzaam maar vanaf 60 jaar versneld afneemt. Onder mannen van 40 naar 30 uur gemiddeld per week. En onder vrouwen van 24 naar 19 uur gemiddeld per week.[5]
Deeltijd in ploegendienst
In ploegendiensten is het echter nog niet zo eenvoudig om deeltijdwerken mogelijk te maken. In deze collectieve roosters is fulltime de norm. In tegenstelling tot ziekenhuizen en supermarkten waar parttimers de dienst uitmaken. Maar tegelijkertijd ook niet vergeten moet worden dat er grote verschillen tussen mensen bestaan. Rekening houdend met het chronotype (ochtend- of avondmens) in het vormgeven van het rooster tot een betere slaap, minder verstoring van het bioritme leidt. En daarmee per saldo tot een betere gezondheid.[6] Het is daarom van belang om eerst in beeld te krijgen waar de werknemer zelf nu baat bij heeft. Om vervolgens na te gaan of wellicht door het anders organiseren van werk de mogelijkheden voor deeltijdwerken kunnen worden verbeterd. Denk aan het herinrichten van ploegen of het verbreden van competenties bij werknemers, Vaak wordt daarbij vergeten dat het werken in deeltijd tot een herbezetting kan leiden. Het kan namelijk zo maar zijn dat de bestaande reservecapaciteit niet voldoende is om alle afwezigheid op te vangen. Is dat het geval dan dient zich ook de interessante vraag aan of er op deeltijders of voltijders wordt geworven.
De ESCAPE-knop
De vraag is of deeltijd de enige oplossing is om de vitaliteit van werknemers te beschermen. De werknemer die moeite heeft om zijn pensioen te halen had allicht in een eerder stadium moeten worden geholpen. Het tijdig stoppen met het werken in ploegendiensten helpt voorkomen dat slaapproblemen verergeren. Onderzoek heeft aangetoond dat de slaapproblemen bij diegenen die uit de ploegendienst stappen gelijk blijven. Terwijl die bij diegenen die in de ploegendienst bleven zitten gemiddeld verder toenamen.[7] Maar ook het toepassen van ergonomische regels op het rooster leidt tot een betere gezondheidskundige uitkomst. Door in de vormgeving van het rooster rekening te houden met de fysieke belasting. Door te lange werkweken en teveel zware diensten achter elkaar te vermijden. Door na de nachtdiensten voldoende vrije tijd in te roosteren zodat de biologische klok kan omschakelen naar het normale dag-nachtritme. Deze maatregelen leiden tot een betere slaap en daarmee tot vitalere medewerkers.[8]
Er is daarbij een groep ploegendienstwerknemers die volgens de definitie van het CBS tot de groep van deeltijders wordt gerekend. Maar die formeel fulltimers zijn. Het gaat om werknemers die minder dan 35 uur in worden geroosterd, maar een voltijdaanstelling hebben. Het bekendste voorbeeld hiervan is de 5-ploegendienst volcontinu. Zij worden gemiddeld zo’n 34 uur per week ingeroosterd. De lagere werkweek in combinatie met een inzet over 7 dagen per week zorgt ervoor dat met alle ergonomische regels rekening kan worden gehouden. Deze tijdcompensatie is het voorbije jaar ook onder een groep schoonmakers gebruikt die permanent in nachtdiensten werkt. Het gericht inroosteren van meer vrije tijd zorgde er bij deze groep voor dat hun slaap verbeterde. Terwijl men zich veel minder vermoeid in hun vrije tijd voelde.[9] Zo hoeft er niet één voltijdnorm te zijn die voor elke werknemer geldt. Maar kan deze worden afgestemd op de fysieke belastbaarheid. Om mensen meer naar hun unieke vermogen in te zetten. En daarmee hun vitaliteit en betrokkenheid bij het werk te behouden.
Peter Hagesteijn
[1] SCP, Eens deeltijd altijd deeltijd, Den Haag september 2022.
[2] NOS, Alle beroepsgroepen kampen nu met personeelstekort, 22 september 2022.
[3] Hongying Shi e.a., Rotating Night Shift Work and Healthy Aging After 24 Years of Follow-up in the Nurses' Health Study, Boston 2022.
[4] Finnish Institute of Occupational Health, People Over 50 Years of Age Should Be Offered the Opportunity to Reduce Night Shifts and Long Hours, 2022.
[5] CBS, Emancipatiemonitor 2022.
[6] Céline Vetter e.a., Aligning Work and Circadian Time in Shift Workers Improves Sleep and Reduces Circadian Disruption, 2015.
[7] Philip Tucker e.a., The Effects of Age and Shiftwork on Perceived Sleep Problems, 2011.
[8] Kati Karhula e.a., Ageing shift workers’ sleep and working-hour characteristics after implementing ergonomic shift-scheduling rules, Helsinki 2020.
[9] ShiftPlan met bijdragen van FNV en NZi, Handboek Nachtarbeid RAS, 2022
Afbeelding: aandeel deeltijders van totaal aantal werkenden in Nederland (CBS, 2022)